Op dinsdag 7 oktober 2008, was het weer zo ver, de kortzichtigheid van het Amerikaanse antiterreur beleid is wederom gebleken. Maar liefst 17 Chinese moslims zijn door een federale rechter in de VS vrijgesproken, nadat deze tot het oordeel kwam dat er tegen de 17 Chinese moslims geen enkel bewijs is gevonden dat deze “vijandelijke strijders” zijn, of een bedreiging van de veiligheid vormen!De rechter onderstreepte het feit dat het volgens de grondwet verboden is om verdachten zonder enkele reden voor onbepaalde tijd vast te houden. De Oeigoeren die inmiddels al 7 jaar vastzaten op Guantánamo Bay waren woonachtend in een vluchtelingenkamp in Afghanistan, toen Amerika in oktober 2001 het land binnenviel. Na de inval zijn de Oeigoeren gevlucht richting Pakistan waar ze vervolgens zijn opgepakt en uitgeleverd aan de Amerikanen.
Voor de regering van president Bush is dit de zoveelste klap in het gezicht, temeer daar Bush zich eerder zeer kritisch heeft uitgesproken over de machtspositie van de federale rechter en had gezegd dat deze niet mocht oordelen over de Oeigoeren.
Ik denk dat dit een verduidelijking is van het feit dat het Amerikaanse antiterreur beleid helemaal niet deugd. Nadat Bush een aantal keer ernstig naast het potje heeft gepiest, tijdens zijn zoektocht naar Osama Bin Laden, is hij simpelweg overgegaan op een ‘pakken wat je pakken kan’ beleid.
Het is inmiddels al de zoveelste keer dat de vasthouding van een gevangene, na aanleiding van de heksenjacht van Bush, in twijfel wordt getrokken. Naar mijn mening moet er nu eindelijk is een onafhankelijk onderzoek gehouden worden naar de redenen van vasthouding van Guantánamo-gevangenen.
